Het resultaat van energiebesparende maatregelen is vaak afhankelijk van hoe mensen ermee omgaan. De Raad voor de Leefomgeving geeft inzicht hoe dit werk- en (energie)gedrag kan worden beïnvloed.
Eveline Botter, projectmanager maatschappelijk vastgoed gemeente Leiden: “Afgelopen jaren zijn heel veel technische maatregelen getroffen, maar op het gebied van gedrag valt nog zoveel te winnen. Onze gebouwen worden door veel mensen gebruikt. Dan heb je allerlei duurzaamheidsmaatregelen genomen en zie je toch alle lichten branden, deuren open staan en de energie weglekken.”
Effectiever door mensenkennis
Hoewel het rapport ‘Doen en laten, effectiever milieubeleid door mensenkennis’ van de Raad voor de Leefomgeving (maart 2014) niet specifiek is gericht op het energiegedrag in scholen, buurthuizen, bibliotheken, theaters en ander maatschappelijk vastgoed, is het toch ook informatief voor het gebruik van publiek vastgoed. Het rapport geeft inzicht:
- hoe het gedrag tot stand komt en
- hoe je het kunt beïnvloeden.
Het gaat om het duwtje in de ‘juiste’ richting zonder de keuzevrijheid van mensen in te perken. En daar is meer voor nodig dan voorlichting, aldus de Raad.
Gedragsbepalende factoren
De Raad onderscheidt vier gedragsbepalende factoren: bekwaamheden, motieven ofwel persoonlijke drijfveren, omstandigheden en keuzeprocessen.
Het rapport bevat handig beeldmateriaal wat daaronder te verstaan. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van mogelijk in te zetten instrumenten, waaronder instrumenten in de ruimtelijke ordening (bereikbaarheid voorzieningen, infrastructuur), ruimtelijke inrichting en techniek om mensen feedback te geven op hun gedrag (slimme meters). Maar ook juridische (vergunningvoorschriften), economische (subsidies of renteloze leningen) en communicatieve instrumenten.
Groepsdruk
In het rapport wordt aangegeven dat vooral de benadering via het sociaal netwerk effectief blijkt. Ofwel, een aanpak via een buurt, dorp, school, bedrijf of sociale media. En vooral daar liggen mogelijkheden voor de aanpak via maatschappelijk vastgoed, want juist op deze publieke plekken worden waarden en normen op elkaar afgestemd en het publieke normatieve kader ontwikkeld (zo doen we het hier, zo gaan we hier met elkaar en onze omgeving om).
Er lol in hebben
Als je er ook nog met z'n allen lol in gaat krijgen om energie te besparen kan er nog meer worden bereikt, bleek ook uit een bijeenkomst van de Bouwstenen-werkgroep Verduurzamen, bij het zwembad in Zeist. Een ‘milieu-preek’ is lang niet voor iedereen effectief.
De Raad noemt wel instrumenten die kunnen worden ingezet (versterken sociale normen, framen, geheugensteuntjes), maar blijft toch oppervlakkig in zijn uitwerking en er zit ook weinig lol in het verhaal. Daar kunnen we vanuit het vastgoed hopelijk zelf nog wat aan doen of leren van anderen.
Een goed voorbeeld hierbij is een energierace tussen studentenhuizen, die leidde tot 40% daling in elektriciteitsverbruik. De prijs die ze - naast een lagere energierekening - konden winnen, sloot helemaal aan op de behoefte van de doelgroep: bier! Voor basis-scholen misschien geen goede prijs maar de scholen weten vast iets anders te bedenken.
Meer informatie
- Rapport ‘Doen en laten, effectiever milieubeleid door mensenkennis’ (Raad voor de Leefomgeving, maart 2014)
- Aanvullende documenten op de website van RVO
- Verslag van de bijeenkomst werkgroep verduurzamen n het zwembad in Zeist
- Info op de website over duurzaam en fris
Bouwstenen-activiteiten
Op 29 oktober 2014 komt de Bouwstenen-werkgroep weer bij elkaar. Thema: 'Duurzaam doen' over gedrag in relatie tot het verduurzamen van het vastgoed.
Zin om mee te doen? Zie hier hoe de Werkgroep Werkgroep verduurzamen Vastgoed werkt en wie er in zitten.
Korte samenvatting van het gedragsanalysekader
Het gedragsanalysekader omvat zes stappen, die aan de hand van vragen doorlopen kunnen worden. Het gaat om de volgende stappen:
- Afbakenen van het beleidsprobleem in relatie tot gedrag.
- Bepalen van relevante gedragsbepalende factoren en aangrijpingspunten voor beleidsstrategieën.
- Inzoomen op de karakteristieken van specifieke gedragsbepalende factoren.
- Benoemen van bruikbare beleidsstrategieën op basis van de specifieke bekwaamheden, motieven, omstandigheden en keuzeprocessen die bij het beleidsprobleem en het daaraan gekoppelde gedrag aan de orde zijn.
- Verkennen van specifieke beleidsinstrumenten die, uitgaande van het resultaat van de stappen 3 en 4, effectief gedragsverandering kunnen bewerkstelligen.
- Evalueren van de beleidsinspanning.
In een evaluatie worden dan de volgende vragen beantwoord:
- Hoe kan het effect van het beleid gekwantificeerd en gemeten worden?
- In hoeverre leiden de afzonderlijke of gecombineerde beleidsinstrumenten tot gedragsverandering of juist niet?
- In hoeverre versterken of verzwakken gecombineerde instrumenten elkaar?
- Via welke gedragsbepalende factoren kwam de gedragsverandering tot stand?
- Welke bijdrage levert de gedragsverandering aan het beleidsdoel en leidt het tot de oplossing van het maatschappelijke probleem?
- Hoe heeft de beleidscontext bijgedragen?
Reactie toevoegen