LinkedInYouTubeTwitter

Rekenen zonder inzicht

OnderzoekOnderzoek van de Algemene Rekenkamer laat zien dat er te weinig gegevens bekend zijn om goed te kunnen beoordelen hoe het staat met de onderwijshuisvesting. Het toezicht is gebrekkig en wettelijke regels worden nauwelijks gehandhaafd.

 

Het rapport 'Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs; de praktijk gecheckt' (Algemene Rekenkamer, 4 februari 2016) geeft een helder beeld welke wetten gelden om een minimale kwaliteit van gebouwen te borgen, welke worden overtreden en wie verantwoordelijk is voor de handhaving. Het beeld dat daarbij (blz. 31 e.v.) van de praktijk wordt geschetst is ontluisterend. Het is dan ook vreemd dat de Rekenkamer niet pleit voor daadkrachtiger optreden bij overtredingen, maar voor nog meer wettelijke regels pleit om de ambities rond onderwijshuisvesting te borgen.

 

Meer zicht op prijs en kwaliteit nodig

Het rapport laat ook feilloos zien dat er op het gebied van transparantie en verantwoording rond onderwijshuisvesting nog veel te verbeteren valt. Er zijn nauwelijks goede gegevens over hoeveel onderwijshuisvesting er is, hoeveel er aan wordt uitgegeven en welke kwaliteit hiervoor wordt geleverd. Zonder dit inzicht is het ook voor gemeenteraden moeilijk te beoordelen of het belastinggeld dat voor huisvesting bedoeld is, goed wordt besteed, blijkt ook uit onderzoeken van lokale Rekenkamers. Taken (en geld) op grotere afstand van de politiek zetten is dan volgens de Algemene Rekenkamer niet direct een oplossing. Zij zoekt de oplossing bij meer inzicht en democratische besluitvorming. Zeker als partijen vinden dat er geld bij moet (en dat vinden velen), ligt er bij gemeenten en scholen een flinke opgave om te verantwoorden waarom dat nodig is en hierin transparanter te zijn.

 

Video-schoolgebouwen-300Gebrekkige professionaliteit

Met betere gegevens en een onderlingen vergelijking van de prestaties van partijen kan ook beter worden beoordeeld of de verbetering van de huisvesting een kwestie is van regels, geld of (professionaliteit van de) uitvoering. De Rekenkamer kan die afweging nu niet goed maken, valt uit het rapport op te maken. Wat betreft  die uitvoering is het opvallend dat de Rekenkamer wel spreekt over de soms gebrekkige uitvoering bij gemeenten (niet nader onderbouwd), maar niet over de professionaliteit van scholen en de betrokken Ministeries. Voor onderling begrip en goed samenspel is ook dat van belang.

 

Ouderdom van gebouw zegt weinig

De Rekenkamer geeft aan dat "het huidige tempo waarin nieuwbouw wordt gerealiseerd, betrekkelijk laag is", maar geeft niet aan wat daarbij als referentie geldt (wat is ‘laag’?). Onderzoek dat het Kadaster eind 2015 op verzoek van Bouwstenen deed, geeft een ander beeld. In plaats van traag reageert de publieke secotor relatief snel op ontwikkelingen rond vastgoed, vooral t.a.v. onderwijs.

 

Ook wordt uit het rapport van de Algemene Rekenkamer niet duidelijk wat het probleem is als een gebouw gemiddeld 69 jaar ‘staat’. Wel wordt duidelijk dat oude gebouwen niet per definitie ‘slechter’ door gebruikers worden beoordeeld; ook niet door docenten. Uit eerder onderzoek blijkt dat de maatvoering en materiaalgebruik in een bepaalde bouwperiode meer bepalend is voor de kwaliteit dan de ouderdom. Waarom de Algemene Rekenkamer deze onderzoeken van RVO, bbn, Mevrouw Meijer en anderen niet in haar onderzoek heeft betrokken wordt uit het rapport niet duidelijk. 

 

Regionale krimpaanpak niet bewezen

Ook opvallend is dat de Rekenkamer meegaat in de voorstellen van het Ministerie van OCW voor een regionale aanpak bij onderwijshuisvesting, terwijl nauwelijks wordt onderbouwd wat dat dan moet opleveren (voor welk probleem het een oplossing is). Daarbij heeft de regionale krimpaanpak van BZK, voor zover wij weten, laten zien dat een dergelijke aanpak veel tijd vraagt en lang niet altijd oplevert wat partijen hopen; de lokale politiek wint het vaak van de regionale afspraken.   

 

Vervolg; de toekomst verzekerd

Ondanks de kritische noten (opbouwend bedoeld), is het onderzoek van de Rekenkamer een gedegen stuk werk met nieuwe informatie (o.a. over tevredenheid gebruikers). Wie de reacties van de Ministeries en betrokken branches leest, zou de indruk kunnen krijgen dat de voorstellen van de Rekenkamer óf resoluut worden afgewezen (zoals het voorstel van meer wettelijke regels door het Ministerie van OCW) óf dat er al aan gewerkt wordt (transparantie en samenwerking). Maar er is meer te doen, zoals ook de VNG in haar reactie aangeeft. Denk bijvoorbeeld aan ontwikkelingen als dubbel ruimtegebruik en vernieuwing in het onderwijs.

 

Afhankelijk van die ontwikkelingen zal ook naar de huisvesting kunnen worden gekeken (integraal of sectoraal, klein of grootschalig). Het zou goed zijn als partijen met het oog op die toekomst (meerdere scenario's) zouden kijken aan welke voorwaarden moet worden voldaan om het belastinggeld in de toekomst goed te besteden en goede afwegingen te kunnen maken. Dit om te voorkomen dat we straks een oplossing hebben voor het verleden; van praktijk gecheckt, naar toekomst verzekerd.

 

 

Meer informatie

 

Bouwstenen-activiteiten

 

Diverse Bouwstenen-artikelen n.a.v. onderzoek of gesprekken:

Diverse columns in Binnenland Bestuur, waaronder Geen einde aan de schoolstrijd (december 2015) en Oude scholen beter voor vernieuwing (juni 2015).

 

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
CAPTCHA Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.